"De kaart is niet het gebied"


Alfred Korzybski (1879 - 1950) was een Pools-Amerikaans algemeen linguïst
Korzybski (uitspraak kazjibski) sprak als kind al vier talen. Zijn hoofdwerk uit 1933 is Science and Sanity. Hierin publiceerde hij de hoofdprincipes van zijn linguïstisch filosofische richting. Hij doceerde in Harvard University, US.
Het bekendste citaat uit dit boek is "De landkaart is niet het gebied". Korzybski legt hierin uit dat de mens in twee werelden leeft: de wereld van de spraak en symbolen en de wereld van werkelijkheid. Hij geeft aan dat het menselijk verstand alleen in staat is te reageren op de gevormde landkaart (onze voorstelling in ons hoofd van de werkelijkheid) en het aanwezige gebied (de werkelijkheid om ons heen) volledig kan vergeten. Bij het zien van een voorwerp, bijvoorbeeld een stoel, hebben we niet werkelijk de stoel in ons hoofd, maar vertalen deze via onze zintuigen naar verbindingen, elektrische en chemische processen in onze hersenen. We zijn daarom niet in staat deze werkelijkheid exact gelijk op te slaan.
De essentie van Korzybski is dat mensen beperkt zijn in wat zij weten, door de structuur van het zenuwstelsel en de structuur van de taal. Mensen kunnen de wereld niet direct ondervinden, maar alleen door abstracties, ofwel onttrekkingen van de werkelijkheid.


Naar een anekdote gaf Korzybski op een dag les aan een groep studenten die hij onderbrak om een koekje te pakken dat was gewikkeld in een wit papier. Hij vroeg aan de studenten op de eerste rij of zij er ook eentje wilden. De studenten namen ervan en Korzybski vroeg ze het lekker vonden. Toen zij dit bevestigden, toonde hij het origineel waarop "hondenkoekjes" te lezen was. De studenten waren geshockeerd en twee spuugden het weer uit. Korzybski richtte zich naar de klas en zei: "Hiermee heb ik aangetoond dat de smaak niet alleen wordt bepaald door de directe waarneming in de mond, maar ook door onze vertaling van de werkelijkheid.

 

   

 

 


"De kaart is niet het gebied"

Het bestaan van ieder mens is iets wonderlijks, volkomen waar en uit een stuk, zo ervaar je je eigen bestaan. Het bestaan is zo overweldigend.! En hoe graag wil je niet vertellen over de dingen die je hebt gezien, de geuren waarin je bent opgegaan, het verhaal waaruit je bent opgebouwd.
Je bent gevormd door de woorden die je vond, de beelden die je schiep, de geluiden die in je hart weerklinken, de namen die je gaf, de emoties die in je omhoog komen. Zo sta je in de wereld. Het is jouw model van de wereld. Het is jouw verhaal, het verhaal van de overlevering. Maar het is niet jouw wereld. Je bedient je van gedachten en voorstellingen die anderen voortbrachten en waaraan zij namen gaven. Je leeft in een geleende wereld. Je bent zelf een overlevering, beplakt met etiketten die jou en je geliefde wereld nagenoeg onzichtbaar maken. Je hebt een onbegrensd vertrouwen in de mogelijkheden van de taal. Onbewust denk je dat de werkelijkheid uit deze woorden bestaat. Je weigert onder ogen te zien dat het woord niet het gebied, het ding, de andere mens is. Het gebied is naamloos. Het bestaat uit niets anders dan naamloosheid. Hoe je een roos ook noemt, het maakt geen verschil: een roos is niets anders dan iets dat je met je zintuigen kunt waarnemen als een rood veelbladig iets, of een zoetgeurende verschijning, of iets wat zacht aan je wang voelt, of prikt aan je vinger als je de stengel beetpakt. Maar soms wordt de naam ook voor iets anders gebruikt: Een meisje dat roos genoemd wordt, een ijzeren ding op het dak dat de richting van de wind kan aangeven etc. De naam is slecht een afspraak in het verleden gemaakt.
Soms hangen er woorden om ons heen, als een dikke mist. Ze lijken verschijnselen te bevestigen in hun bestaan. Maar het alleen de illusie van de werkelijkheid die ze oproepen.
Soms zijn woorden ankers naar gevoelens van onszelf uit het verleden, die ons beperken bij het ervaren van de werkelijkheid nu te bieden heeft aan ervaringen. Daardoor blijven we fragmenten van mensen, ontoerekeningsvatbaren die slechts een klein deel ervaren van wat werkelijk is, in onszelf en in anderen. We menen te zien, te horen, te ruiken, te proeven, te voelen, maar we nemen slechts de woorden waar.
We menen te voelen, maar we denken slechts aan datgene wat we zouden moeten voelen. We zijn vervreemd van de natuur, die ook .onze Natuur is. Maar wie goed luistert, kan aan al die woorden soms de stilte en de duisternis der dingen horen hangen. Zo iemand bespeurt beweging en verandering. Hij neemt het levende waar. Hij ziet libellen dansen en de hemel huilen. Hij hoort daden spreken en stenen vreugdekreten slaken. Hij ervaart dankbaar de bijna verborgen, onopgesmukte schoonheid van een winterkoninkje die een bos in de winter vervult van trillers, zonder dat hij zelf zichtbaar is.
Luister goed. Hoor het zingen van de vogels, en vergeet de woorden.
(Naar de Proloog van "Hans van de Boogaard: Als weerlicht aan een heldere hemel")

 

Allemaal goed en wel, maar wat heb ik aan deze mooie theorie?

Het geeft je de mogelijkheid om je interne voorstellingen ('kaart') te veranderen, zonder dat je de werkelijkheid direct hoeft te veranderen. Denk eens aan de ontmoeting met twee zonen van een vader die van zijn leven en dat van zijn kinderen een puinhoop maakte doordat hij aan de drank raakte. Eén zoon was zelf ook aan de drank geraakt en leidde een ongelukkig leven, de andere zoon had een duurzame relatie, leuke kinderen en een goede baan. De eerste zoon antwoordde op de vraag hoe het toch kwam dat hij zo veel leed in zijn leven had: Dat kan toch niet anders met zo'n vader? de andere zoon antwoordde op dezelfde vraag: Dat kan toch niet anders met zo'n vader? Beide zonen maakten van dezelfde werkelijkheid een totaal tegengestelde interne voorstelling, met vergaande gevolgen voor hun hele leven.

Er zijn vele NLP toepassingen van "De Kaart is niet het gebied", enkele voorbeelden:

  • Veranderen van de 'kaart' in plaats van de werkelijkheid betekent dat het veel eenvoudiger is de voorstelling die je maakt van de werkelijkheid te veranderen dan de werkelijkheid zelf. Bijv. stel je hebt een onaangenaam gevoel na een ontmoeting met iemand. Je kunt de interne voorstelling maken: 'Wat een vervelende persoon.', maar je kunt ook een andere interne voorstelling maken: 'Wat kan ik doen om de ander en mezelf een fijn gevoel te geven bij een ontmoeting met elkaar? Bijv. beginnen met een compliment, mededogen, vragen naar gevoelens, meeleven etc.
  • Verandering van overtuigingen door het veranderen van submodaliteiten van de interne representatie.
  • '
  • Change personal history' door ankering van bron en deze voor een probleemtoestand in de plaats zetten.